Chocolade paaseieren tot aan de zomervakantie
3 min. leestijd

Chocolade paaseieren tot aan de zomervakantie

Op mijn bureau zit een zak paaseieren. Van die dragee eitjes, met een suikerlaagje erop. Ik ben er dol op, altijd geweest. Hij is er dus sinds Pasen. Inmiddels is het hoogzomer.


Vroeger was die zak allang op geweest

Als ik lekkernijen in huis haalde, dan was het geen lang leven beschoren. Zodra ik het opgeruimd had, begon het mijn gedachten te beheersen. Het was alsof ik erdoor behekst was. Ik zou en moest het eten. Het riep naar mij, ik kreeg er visionen van. Vaak kon ik me dan ook nergens anders op concentreren.


Het lekker eten bleef me roepen

Misschien herken je het wel. Ooit heb je die rode schoenen bij Zalando bekeken, nu achtervolgen ze je eindeloos op internet. Zó irritant en vermoeiend.

Met dat lekker eten werkte het precies hetzelfde. Het kostte mij bakken energie om er geen aandacht aan te besteden, om er niets mee te doen. En er kwam altijd een moment waarop dat niet meer lukte. Dan besloot ik alsnog om er wat van te nemen. Dat handjevol paaseieren kon toch geen kwaad? Het zou de onrust helpen wegtrekken, vertelde ik me. Maar al gauw verloor ik de controle en vrat ik de hele zak leeg. Nog voordat het Pasen werd…


Ik kon pas stoppen wanneer ik de bodem had bereikt

Op onverklaarbare wijze kon ik het nooit bij dat handjevol laten. Alles móest direct op. Tot de laatste kruimel, of het laatste dragee schaafsel. Al werd ik er misselijk van. Bodemdrang wordt het wel eens genoemd. Een bekend verschijnsel bij mensen die met overeten en eetbuien worstelen.


Ik schaamde me ervoor

Elke keer dat ik iets lekkers in huis haalde kreeg ik vroeg of laat met dat bizarre gedrag te maken. Als gevolg daarvan werd ik bang voor die lekkernijen, bang dat ik de controle opnieuw zou verliezen en me ervoor zou schamen. Ik haalde ze dus niet meer in huis.

Maar dat kon soms niet anders omdat het feest was of omdat mijn huisgenoten dat graag wilden. Ik probeerde mij dan met man en macht in te houden, wat de angst voor dat eten alleen maar verhoogde en ik meer bodemdrang kreeg als ik er eenmaal aan begon. De perfecte vicieuze cirkel.


Mijn primitieve brein nam het over

Gek genoeg heeft mijn man dat niet. Niet alleen omdat hij niet zo van chocola houdt, maar ook met chips en borrelnootjes hoeft hij nooit tot de bodem. Het verschil zat erin dat mijn man nooit op dieet was geweest, of zichzelf nooit strenge eetregels had opgelegd. Ikke wel. Héél vaak. Hierdoor had ik het deel van mijn brein dat ervoor zorgt dat ik overleef (het primitieve brein) nerveus gemaakt. Wat hem betreft verkeerde ik in groot gevaar: er dreigde hongersnood. Het was dus zaak om voorraad aan te leggen.

Mijn primitieve brein stuurde mij daarom continu smoesjes om me aan te eten te krijgen én te houden – vooral calorierijk voedsel. Het idee dat ik bodemdrang had was er gewoon één van, net als emotie‑eten (maar dat is een onderwerp voor een volgende blog). En het merkwaardige is dat het door bleef gaan lang nadat ik niet meer op dieet was en zelfs overgewicht had…


Ik leerde mijn primitieve brein geruststellen

Het enige wat ik hoefde te doen om geen last meer van bodemdrang te hebben was mijn primitieve brein geruststellen. Het laten weten dat er geen schaarste is, dat alles oké is met mij, en dat het mij al die smoesjes niet meer hoeft te sturen. Het was makkelijker gezegd dan gedaan, maar het is me gelukt!

Het kost me nu geen enkele moeite meer om te stoppen wanneer ik genoeg van iets lekkers heb gehad. Ook ben ik niet meer bang voor lekkernijen en kan ik ze zonder probleem in huis hebben. Net als die dragee paaseieren op mijn bureau. Ik neem er af en toe een paar, en geniet er volop van. Volgens mij zitten ze er nog tot aan de zomervakantie!

Hoe lang overleeft een zak paaseitjes bij jou?

Reactie plaatsen

Download nu mijn GRATIS e-boek (en luisterboek)

Probeer je steeds je eetbuien op te lossen? Wil je nu écht verandering? Met mijn kennis en ervaring gaat het je lukken!